I love bevallen! Zo, dat is eruit. Als ik dit vertel kijken mensen mij aan alsof ze water zien branden. Ja, het is heftig en het doet pijn! Niet zo’n beetje ook en toch… Wat is dat precies wat mij zo intrigeert aan ‘one of the big moments’ van het krijgen van een kindje? Ik had geen idee totdat ik tijdens mijn burn-out op de bank zat met mijn vriend. Alsof er opeens een lampje ging branden. Joehoe, die bevalling vertelt je precies waarom dit je nu overkomt! Zonder dat ik het zelf wist. En weetje, het komt ook nog eens goed van pas in de opvoeding van de kinderen!
Ik had twee totaal verschillende bevalling. Waar ik bij de eerste in mijn eigen vruchtwater stond terwijl ik dacht te moeten plassen (‘O nee, nu heb ik mijn blaas ook al niet meer onder controle!’), heeft de verloskundige bij de tweede een handje geholpen daar onder. Uiteindelijk zijn mijn vliezen toen na een warme douche toch nog uit zichzelf gebroken. Waar ik tijdens de eerste bevalling tussen de weeën door van vier hoog naar beneden moest rennen (‘Ik ga nu! Ik zie jullie straks wel.’ Stel je toch eens voor dat je midden in de nacht de buurvrouw tegenkomt in het trappenhuis.), gingen we tijdens de tweede bevalling op ons dooie gemakje naar het ziekenhuis. Waar we tijdens de eerste keer door de verloskundige en de kraamhulp werden aangekeken van een afstandje (‘Wat doet ze dit goed hè’), hadden we de tweede keer niemand in de kamer omdat ik dat niet meer wilde. Waar ik de eerste keer aangemoedigd werd in het persen (‘Ja nu, pers maar.’) wilde ik dit bij de tweede niet. Ik wild het op eigen kracht doen. De verloskundige had dit prima opgepakt uit mijn bevallingsplan, die ik deze keer wel had opgesteld, maar ik was deze wens op dat moment zelf even kwijt. ‘Oooh, volgens mij moet ik persen.’ ‘Als je voelt dat je moet persen dan mag je hoor.’ ‘Maar we weten nog helemaal niet of ik wel volledige ontsluiting heb.’ ‘Doe wat goed voelt.’ Uh, oke. Dankjewel verloskundige, het was zo mooi! Waar het de eerste keer voelde als het op de wereld moeten zetten, voelde het de tweede keer als voelen, doen en mogen ontvangen.
Het mogen dan twee verschillende ervaringen zijn, toch zijn er ook raakvlakken. Tijdens de weeën voelde ik heel erg: Go with the flow! Dat wilde ik, dat deed ik en dat kon ik. Het voelde als doen wat ik moest doen, wat mijn hart mij ingaf, maar tegelijkertijd moest ik loslaten. Het gaat zoals het gaat. Ik was daarmee aan de ene kant volledig ‘in control’, terwijl ik aan de andere kant alle controle kwijt was lichamelijk. Juist dit is één van de dingen waar ik tegenaan liep, waardoor ik burn-out raakte. Mijn perfectionisme en mijn verstand de hoofdrol laten spelen in mijn leven, terwijl ik die taak eigenlijk aan mijn hart mag toebedelen. Bang zijn om de controle te verliezen, terwijl het loslaten van de controle juist zo belangrijk is voor het volgen van mijn hart. Zo’n bevalling is dus zo gek nog niet ;).
En weetje? Dat loslaten, je hart volgen en minder perfectionistisch zijn komt ook heel goed van pas als we het hebben over het opvoeden van onze kindjes. Kinderen zijn kinderen, ieder met een eigen verhaal, gedrag en emoties. Dan is het ook vaak: Go with the flow en doe wat goed voelt! Volg je hart (en je eigen normen en waarden) en soms…
‘Let it go, let it gooooo…’ (Ja, die. Ja!)